Wmo-adviesraad: een belangrijke schakel tussen samenleving en gemeente

Afbeelding
voorpagina groningen

Jeen van Manen, voorzitter Wmo-adviesraad Zuidhorn

GRIJPSKERK – De ogen van de samenleving, is misschien een aardige metafoor. Hij vangt, samen met zijn collega’s, signalen op van spelende zaken binnen de gemeente én adviseert het college over alles wat met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) te maken heeft. Van Manen is voorzitter van de Wmo-adviesraad in Zuidhorn. Hoewel het adviezen zijn die zij als Wmo-raad geven, en dus vrijblijvendheid insinueert, worden hun aanbevelingen toch regelmatig overgenomen door de gemeenteraad.
“Behalve advies over de zorg, doen we dat ook over de participatiewet. We willen weten wat er leeft onder de bevolking, maar zijn geen klachtenbureau”,vertelt Van Manen die zelf directeur was van een Jenaplanschool, maar inmiddels gepensioneerd is. “Hoe we die signalen opvangen? We hebben regelmatig contact met de gehandicaptencommissie in Zuidhorn en met de diaconieën van verschillende kerken. Doordat zij nauw contact hebben met de inwoners van gemeente, ook met de meest kwetsbare groepen, zien zij wat er leeft. Armoede bijvoorbeeld, dat is er écht. Of mensen die dringend hulp nodig hebben, maar zelf het probleem niet willen zien. Iedereen binnen de raad heeft zijn eigen expertise. Wat niet betekent dat zij zelf een belang hebben, maar hun werkervaring op bepaald terrein is voor de adviesraad erg waardevol. Zo zitten er mensen van het UWV, Jeugdzorg en onderwijs in de raad. Stuk voor stuk allemaal ervaringsdeskundig. Dat maakt ook dat we door de gemeenteraad serieus genomen worden. Hoe het in zijn werk gaat? Advies geven doen we op twee manieren: gevraagd en ongevraagd. In het eerste geval geven we het college advies op voorgenomen beleidsvoorstellen. Het college legt ons een voorstel voor, waarop wij onze aanbevelingen geven. Beide stukken moeten ook ter inzage liggen, dat is verplicht gesteld. Het is een keer voorgekomen dat een onderwerp over zorg behandeld werd in de raadsvergadering, maar ons advies ontbrak, merkte de raad op. Het onderwerp werd zo overgeheveld naar de eerst volgende vergadering. Ongevraagd advies geven doen we ook. Bijvoorbeeld op het gebied van toegankelijkheid van openbare ruimten en gebouwen voor rolstoelen. Dat is ook iets waar we voor pleiten: dat er iemand van de gehandicaptencommissie betrokken is bij de bouwplannen van winkelcentra of andere openbare gebouwen. Zij letten op heel andere zaken. Toegankelijkheid is daar één van. Zij moeten vanaf de tekentafel eigenlijk betrokken zijn”, vindt Van Manen. De Wmo-adviesraad van Zuidhorn werkt ook samen met adviesraden van Grootegast, Leek en Marum. Dat gebeurt wanneer er om een gezamenlijke visie wordt gevraagd door gemeenten. Afgevaardigden van iedere afzonderlijke raad komen bij elkaar om vervolgens tot een gezamenlijk standpunt te komen. Van Manen is er nog niet van overtuigd dat zijn gemeente klaar is voor de, nogal ingrijpende, veranderingen in de zorg. “Of Zuidhorn er klaar voor is? Ik weet het niet. Ik denk dat er nog veel moet gebeuren om er écht klaar voor te zijn. Er wordt bijvoorbeeld regelmatig gesproken over zogenaamde ‘wijkteams’ en wijkverpleegkundigen. Ik zou wel eens willen weten wie dat dan zijn voor Grijpskerk. Niemand die er het antwoord op weet. Dat is wel een puntje. Daar is de gemeente duidelijk nog niet klaar voor. En natuurlijk, 2015 wordt een overgangsjaar en een jaar van de uitvoering. Het zou maar zo eens kunnen dat bepaalde beleidsplannen volgend jaar weer helemaal op de schop gaan. Regelmatig evalueren is straks erg belangrijk, wat ons betreft. Je moet meteen kunnen ingrijpen wanneer er iets mis dreigt te gaan. Maar daar heb ik alle vertrouwen in. De contacten met de gemeente zijn goed en de lijntjes kort.”

UIT DE KRANT

Lees ook