Mien Toentje

|||||||||||||||
||||||||||||||| Foto: |||||||||||||||
ongenode gast

Wat: Verrassende bostuin met gevarieerde plantenvakken


Waar: Oldekerk


Wie: Garma Been


Oldekerk – De Ongenode Gast geniet van een welverdiende vakantie. Waar de één gaat voor zon, zee en strand in een Zuid-Europese badplaats, zijn er ook velen die dichterbij huis hun vrije dagen doorbrengen. ‘Tuinlandia’ oftewel ‘Mien Toentje’ is voor velen de meest heerlijke plek om te vertoeven. Deze zomer bezocht de Streekkrant een aantal ‘toentjes’ in het Westerkwartier.


Via slingerende boerenweggetjes komt de redactie uit bij een weelderige voortuin. De houten pergola en de blauwe en witte bloemen trekken meteen de aandacht. Ook het huis, dat iets naar achteren is gelegen, lijkt zo uit een sprookje te komen.


Garma Been en haar man wonen nu 25 jaar op deze plek. Voorheen werd het huis bewoond door haar schoonouders. Hoewel Garma en haar man het huis 25 jaar geleden volledig opnieuw lieten bouwen, stamt de bostuin al uit 1967. ‘Mijn schoonvader is in 1967 begonnen met het aanplanten van het bos. Hij heeft eigenhandig 7000 sparren en verschillende loofbomen geplant. Dat heeft geresulteerd in wat je nu ziet,’ vertelt Garma enthousiast.


We zitten inmiddels op het terras met thee en notenkoek, vlakbij de favoriete plek van Garma en haar man: de 70-jaar oude wilg. De wilg blijkt al vaak gefotografeerd te zijn, wat geen wonder is; de bast met al haar kronkelgroeven en de holle binnenkant zijn een uitstekend onderkomen voor allerlei dieren en insecten. ‘We hadden er laatst een nestje roodborstjes in zitten. Helaas hebben ze het niet overleefd, de Vlaamse Gaai kreeg ze te pakken. Hoewel we dit natuurlijk erg jammer vinden, is dat ook hoe de natuur werkt. We proberen de natuur zoveel mogelijk zijn gang te laten gaan. We onderhouden de tuin enkel met biologische materialen. Zo gebruiken we geen gif en geen kunstmest. Ook wieden we niet al het onkruid weg.’


Ze wijst naar een leeuwerikje, die heel brutaal tegen de zijkant van het huis aan groeit. ‘Hier komen prachtige bloemen in. We laten hem bewust staan. Hoewel sommige mensen het als onkruid zouden zien, zien wij het als een kleine verrassing.’


Terug naar de oude wilg, die op indringende wijze de aandacht van de kijker blijft trekken. ‘Het grappige is dat sommige bomen niet alleen onderdak bieden aan dieren en insecten, maar ook aan allerlei gastplanten. Op dit moment groeien er een vlierbes en kruisbes in de wilg. Dat is toch bijzonder?’


Na een tweede kop thee volgt er een rondleiding. De tuin van Garma en haar man bestaat in zijn geheel uit twee hectare. Om en rondom het huis raakt de bezoeker niet uitgekeken; overal vallen verrassingen te ontdekken. We beginnen bij de kas, waar druiven, courgettes en pompoenen groeien. Ernaast bevindt zich een kippenhut met aangrenzende ren. De kippen staren ons nieuwsgierig aan, hopend op wat aandacht en eten. Via een smalle doorgang komen we uit op een open veld met tientallen plantenvakken. Een grote moestuin omringt door rode, paarse en roze bloemen. Koolwitjes, libellen en bijen vliegen van bloem tot bloem. ‘We zoeken vaak naar bijzondere planten bij kleine kwekers. We kijken dan vervolgens welke planten het overleven en de sterke planten houden we. Natuurlijk overleeft niet alles het, we hebben namelijk tafelgasten in de tuin. Onlangs hadden we in de moestuin een rij wortels geplant. Toen we de volgende ochtend weer in de tuin kwamen, was al het loof eraf geknaagd. Je raad het al: hazen. Wanneer het loof van een wortel is geknaagd, groeit de wortel niet meer en kun je hem weggooien. Helaas. Maar ook dat hoort erbij.’ Garma vertelt dat ze behalve hazen ook roofvogels, reeën, egels en muizen in de tuin hebben. We lopen via de moestuin door naar achteren, het bos in. Het is er meteen een stuk koeler. ‘De reeën bevinden zich voornamelijk in het bos.’ We lopen richting een grote vijver, die door de hitte van de afgelopen weken bijna helemaal droog staat. ‘Hier komen de reeën vaak om te drinken.’ Via een heuvel met varens en rijen witte hortensia’s, lopen we richting de andere zijde van de moestuin. Garma wijst. ‘Japanse wijnbes, blauwe bessen, courgettes, uien. Wil je anders wat courgettes mee? We hebben er op dit moment veel te veel, maar goed, er worden veel courgettes door de tuingasten opgegeten. Daarom zorgen we dat we voldoende van alles hebben. Soms houden we genoeg voor onszelf over en soms juist te veel.’ Via het grasveld, met daar de oude wilg die ons terug verwelkomt, lopen we richting de voorkant van het huis. Het wemelt er van de koolwitjes. Verborgen zitplekken worden onthult. We kijken op onze horloges. Hoog tijd om weer richting redactie te gaan, voor we hier moedwillig verdwalen. Gewapend met twee courgettes, kijken we nog eenmaal om voordat we de sprookjesachtige tuin verlaten.


|||||||||||||||
|||||||||||||||
|||||||||||||||
|||||||||||||||
|||||||||||||||
|||||||||||||||
|||||||||||||||
|||||||||||||||
|||||||||||||||
|||||||||||||||
|||||||||||||||
|||||||||||||||
|||||||||||||||

UIT DE KRANT

Lees ook