Drie broers uit Aduard vechten zich naar de top van het taekwondo

“Deelnemen aan de Olympische Spelen, dat is onze grootste droom”
ADUARD/VINKHUIZEN – In
de sporthal te Vinkhuizen zijn de broers Reigersberg uit Aduard bijna dagelijks
aan het trainen om hun grootste droom uit te laten komen: meedoen aan de
Olympische Spelen. De drie jongens, Lasse (11), Olav (13) en Isak (13),
beoefenen taekwondo sinds hun zesde levensjaar en zijn vastberaden om ver te
komen in de sport. En die mogelijkheid is er best. De drie hebben
internationaal al behoorlijke resultaten behaald. Onlangs nog won de jongste
van het stel goud bij het TTE Open in Leusden en ook de tweeling heeft de
afgelopen jaren de nodige prijzen bij elkaar gevochten. De fantastische
prestaties blijven elkaar opvolgen. Het is echt uniek: drie broers in de top
van het taekwondo.
“Het begon allemaal toen
Olav en ik onze zwemdiploma’s hadden gehaald”, vertelt Isak. “We waren toen zes
jaar oud en mochten een nieuwe sport uitkiezen. Mijzelf leek een vechtsport wel
leuk. Onze vader deed aan kickboksen en het leek mij ook wel wat om zoiets te
doen”. De jongens verdiepten zich, samen met hun ouders, in de sporten in de
regio. Na wat wikken en wegen kwam taekwondo als ‘de sport’ naar voren. “Dat
leek ons het leukste”, laat Olav weten. “We meldden ons aan bij Kazemi
Taekwondo Academie Groningen en trainden een aantal keren mee. De techniek van
het taekwondo vonden we ontzettend mooi en bovendien kregen we er steeds meer
plezier in”. Na twee jaar behaalde ook jongere broer Lasse zijn drie
zwemdiploma’s en mocht hij opzoek naar een nieuwe sport. Hij volgde natuurlijk
zijn grote broers. “Ik vond het sowieso al een leuke sport, maar omdat mijn
broers het deden, was het voor mij wat makkelijk om er ook op te gaan”, vertelt
Lasse. “Ik vond de sport er mooi uitzien en wilde heel graag vechten. Vandaar
dat ik voor taekwondo heb gekozen”.
Al vrij snel bleek dat de drie broers het nodige talent hadden. Ze wonnen hun
wedstrijden en ook op de trainingen waren ze beter dan vele leeftijdsgenoten.
“Hierdoor mochten we al op tijd meedoen met de selectie”, legt Isak uit. “Dit
is een groep voor de beste sporters van de club en diegenen die de meeste
wedstrijden spelen. Bovendien krijgt de selectie extra trainingen. In totaal
trainen wij gemiddeld zo’n vijf keer in de week. Soms varieert dit tot zelfs
elke dag, als er belangrijke wedstrijden op het programma staan”. Naast
taekwondo gaan de drie uiteraard ook gewoon nog naar school. Olav en Isak
zitten in de tweede klas op CSG Augustinus in Groningen en Lasse zit in groep 8
van CBS de Hoeksteen in Vinkhuizen. “Ondanks dat we zoveel trainen, is het
allemaal nog wel te behappen”, vertelt Olav. We moeten alles wel goed plannen,
zodat we voor zowel ons huiswerk als de trainingen voldoende tijd hebben. Maar
ook hebben we alle drie nog genoeg tijd voor onze vrienden. Dat vinden we ook
heel erg belangrijk”.
Bij taekwondo zijn er verschillende gewichtsklassen. De drie broers spelen
(meestal) allen in een andere categorie. Hierdoor komen ze elkaar vaak niet
tegen op de mat. “Maar als het wel gebeurt, dan is dat zo”, zegt Isak. “Tijdens
de wedstrijd gaat het ons maar om één ding: winnen. We zijn heel erg gefocust
en dan maakt het niet uit of je tegen een bekende of onbekende speelt”. Olav
vult aan: “Als ik tegen mijn broer speel, doe ik altijd extra mijn best. We
zijn niet bang voor elkaar. Ik houd wel van die broederstrijd”. Hoewel
taekwondo op het oog een gevaarlijke sport lijkt, zijn de jongens daar zelf
weinig mee bezig. “Tijdens de wedstrijd denken we daar eigenlijk niet aan”,
legt Lasse uit. “Het ergste dat kan gebeuren is dat je een harde klap krijgt,
waardoor je pijn hebt. En daar kun je dan ook best last van hebben. Maar goed,
het is hij of ik. Ik denk eigenlijk niet echt na over de pijn die ik kan
krijgen”.
De jonge broers komen dan wel uit één familie, qua taekwondotechniek hebben ze
weinig overeenkomsten. “We hebben allemaal onze eigen specialiteiten”, vertelt
Lasse. “Voor mij is dat vooral dat ik heel snel kan bewegen, waardoor ik mijn
tegenstander gek kan maken. Ik probeer hem uit te lokken, waardoor ik in de
counter genadeloos kan toeslaan. Heerlijk om te doen!” Olav, die op zich ook
prima kan bewegen, kenmerkt zich door zijn goede traptechniek. “Vooral mijn
draaitrap is één van mijn sterkste punten”, laat hij weten. “Daarnaast kan ik
goed ontwijken, waardoor ik weinig klappen krijg”. Daar waar Lasse en Olav
beide op fysiek vlak hun sterke punten uitlichten, komt het bij Isak vooral op
mentaal vlak aan. “Ik beschik over een sterk doorzettingsvermogen en heb de
echte wil om te winnen”, legt Isak trots uit. “Qua techniek is mijn
achterwaartse trap het sterkst”. Olav vult aan: “Maar we hebben trouwens wel
alle drie een hele goede conditie, waar we de tegenstander mee uit kunnen
putten. Toch nog een overeenkomst”.
De gebroeders Reigersberg hebben al de nodige (internationale) toernooien mogen
spelen. Het leverde vele spannende wedstrijden op en er werden natuurlijk ook
de nodige resultaten behaald. “Mijn mooiste toernooi was denk ik eind oktober in
Leusden”, vertelt de jongste van het stel. “Er deden deelnemers mee uit onder
andere België, Engeland en Duitsland. De finale won ik overtuigend met 11-1,
waardoor ik dit grote toernooi wist te winnen. De finale was misschien wel mijn
beste wedstrijd ooit. Vandaar dat deze toernooizege mij nog lang bij zal
blijven”. Ook broer Isak deed mee aan het toernooi in Leusden. Ondanks een
aantal goede partijen werd hij in de kwartfinale uitgeschakeld. “Het was verder
wel een mooi toernooi, maar de Dutch Open van begin dit jaar zal mij het
langste bij blijven”, laat hij weten. “Ook hier verloor ik in de kwartfinale,
maar toen speelde ik tegen een hele goede tegenstander. Ik vocht een
uitstekende wedstrijd, waar ik zeker tevreden mee ben”. Voor Olav, die in
verband met een operatie niet mee kon doen aan het TTE Open in Leusden, is het
Dutch Open ook het mooiste wat hij tot nog toe heeft meegemaakt. “De entourage
hier was werkelijk schitterend”, laat Olav weten. “Er waren deelnemers van over
echt de hele wereld en er kwam veel publiek op af. Hier was ik best van onder
de indruk”.
Hoewel de broers met elf en dertien jaar nog ontzettend jong zijn, komen ze
over als verstandige jongens. Jongens die weten wat ze willen bereiken, zowel
in de nabije- als verre toekomst. “Dit seizoen richten Isak en ik ons vooral op
het NK”, vertelt Olav. “Lasse mag hier, in verband met zijn jonge leeftijd, nog
niet aan meedoen. Mijn grootste doel is om ooit het EK of WK te halen. Een echte
droom is de Olympische Spelen, maar of dat ooit gaat lukken….?” Ook de jonge
Lasse wil ontzettend graag de Olympische Spelen halen, maar ook hij blijft
realistisch. “Nu gaat alles nog goed, maar we weten niet wat de toekomst
brengt”, laat hij weten. “Tuurlijk kan het mogelijk zijn, maar hiervoor is een
eerste stap bijvoorbeeld al om sponsoren te krijgen. Taekwondo is een hele dure
sport, dus die zijn op de langere termijn zeker nodig”. En het doel van Isak?
“De Olympische Spelen winnen”, lacht hij. “Maar het is ook lastig om zover in
de toekomst te kijken. We proberen ons natuurlijk zo goed mogelijk te blijven
ontwikkelen en we doen ons best om zover mogelijk te komen”.
Zoals al gezegd trainen de drie bij Kazemi Taekwondo Academie Groningen. Een
taekwondoschool waar de jongens het ontzettend goed naar hun zin hebben. “Het
is een hele goede school, die ook veel regelt met onze school”, vertelt Isak.
“Het is ontzettend fijn om hier te trainen en ze gaan ook goed met kinderen om.
Ze pushen niet, het gaat vooral om het plezier. Als er kinderen zijn die iets
minder fanatiek zijn, dan is dat niet erg. Iedereen wordt persoonlijk begeleid.
Hierdoor voelen we ook totaal geen druk”. Lasse vult aan: “En bovendien worden
er regelmatig leuke activiteiten georganiseerd, zoals een kamp en een tocht
langs het Blote Voetenpad. Ontzettend leuk”. Bij de taekwondoschool worden de
gebroeders Rijgersberg getraind door Alinde Huijzer en Habib Kazemi.
Laatstgenoemde is lovend over de drie broers. “Ze doen het ontzettend goed en hebben
veel plezier in taekwondo”, laat hij weten. “Ze komen altijd met een glimlach
aan en gaan met hetzelfde gezicht weer weg. Op de mat zijn ze allen ontzettend
gefocust en doen ze hun uiterste best. Fantastisch om te zien. Zelf denk ik dat
ze het wel in zich hebben om ver te komen in het taekwondo. Maar alleen als de
dat zelf willen. Plezier hebben in de sport, dat is het belangrijkste”.