Leonard Nienhuis blijft altijd dichtbij zichzelf

|
| Foto: |
Sport

Van klein tennistalent tot doelman bij SC Cambuur

ADUARD/GRONINGEN – Dit seizoen beleeft Leonard Nienhuis zijn vuurdoop als doelman in de Eredivisie. Na een goede start is de club uit Leeuwarden wat weggezakt, maar dat ligt zeker niet aan het vertoonde spel. Nienhuis hoeft niet zo vaak te ‘vissen’, maar de ‘Liwwadder’ voorwaartsen weten het net moeilijk te vinden. Deze week vertelt de geboren Aduarder over zijn jeugd, zijn begin als tennistalent en zijn nuchtere grondslag. “Cambuur is een club die bij mij past.”

De goalie zit al te wachten wanneer we arriveren op de afgesproken plaats in Groningen. Als doelman in de Eredivisie zijn de schijnwerpers wat meer op hem gericht, want voordat De Streekkrant op bezoek komt heeft Leonard Nienhuis ook al gesproken met Voetbal International. Nienhuis is samen met Martijn van der Laan de aanjager van de selectie van SC Cambuur. De twee Groningers hebben iets leuks georganiseerd voor hun teamgenoten. “Of wij tweeën de sfeermakers zijn? Haha, ik denk wel dat het klopt”, lacht hij. “We hebben laatst bubble-voetbal georganiseerd. Dat was lachen, het leverde geweldige momenten op.” Het is Nienhuis ten voeten uit. Op het veld gaat de knop om, komt de focus op de wedstrijd te liggen, maar na afloop zoekt de rossige keeper het in humor en sfeer maken.

Dat Nienhuis zich goed ergens op kan focussen, blijkt al van kinds af aan. Opvallend genoeg niet op het voetbalveld, maar als klein jongetje neemt eerst de tennisracket ter hand. “Ik tenniste altijd en bleek talent te hebben”, vertelt hij. “Op een gegeven moment tenniste ik best hoog bij de bond in de stad Groningen en daar zag ik ook toekomst in. Ik speelde toernooien door het hele land en mijn ouders reisden altijd mee. Mijn vriendjes in Aduard voetbalden en dat begon steeds meer te trekken. Op den duur was het tennissen gewoon op, ik had er geen zin meer in. De verleiding om te gaan voetballen werd zó groot dat ik dat ben gaan doen. Ik was toen elf jaar.” Ook als klein voetballertje blijkt Nienhuis talent te hebben, want na pakweg anderhalf jaar in de jeugd van voetbalvereniging Aduard wordt hij gescout. “Als voetballer. Ik stond altijd als verdediger opgesteld en op die positie viel ik op. Je had destijds van die talentendagen waarbij alle voetballertjes in landenteams werden opgedeeld. Ik deed als speler mee, maar het bleek dat Nederland geen keeper meer had. Men vroeg wie daar op doel wilde gaan staan en dat wilde ik wel proberen. Toen ik op doel belandde vonden de trainers mij daar ook talent voor hebben, want ik mocht na verschillende trainingen het gaan proberen in de voetbalschool van FC Groningen. Ik belandde toen in de C2.”

Jeugdinternational

Ook in het doel beschikt hij over voldoende potentie, want naast het feit dat hij de jeugdopleiding van FC Groningen doorloopt, zien de jeugdbondscoaches het ook in hem zitten. Van Onder 15 tot Jong Oranje, Leonard Nienhuis heeft bij al deze nationale jeugdelftallen gezeten en mag het ook op internationale toernooien proberen. In Slovenië bijvoorbeeld, waar hij als talentvolle doelman alle wedstrijden speelt als jeugdinternational. Daarnaast verloopt zijn ontwikkeling bij FC Groningen ook uitstekend, want na de A1 en twee jaar in de beloften te hebben gekeept, mag hij een nieuw contract tekenen. In het eerste jaar van zijn nieuwe contract wordt Nienhuis verhuurd aan SC Veendam. Het wordt een moeizaam jaar aan de Langeleegte. De club is een jaar eerder knap vierde geworden in de Jupiler League, heeft net weer financiële rampspoed overwonnen en kent een uittocht van trainers en spelers. Met de nieuwe coach Gert Heerkes moet er gebouwd worden aan een nieuw team en Nienhuis krijgt de kans om te debuteren in het betaalde voetbal. “Het was een heel leerzaam jaar. De eerste wedstrijden moest ik zeker wennen en omdat het zo moeilijk ging kreeg ik veel te doen en moest ik veel ballen verwerken. Daarnaast vertrok Anco Jansen ook nog in de winterstop, waardoor het niet gemakkelijker werd. Er viel wel een last van onze schouders toen bleek dat er niemand uit de Topklasse wilde promoveren en er dus niemand kon degraderen. Vanaf dat moment konden we vrijuit voetballen. Gert Heerkes wilde me een jaar langer houden als doelman. Ik heb toen wel aangegeven dat ik openstond voor een nieuwe uitdaging. De geruchten over de club zorgden toch voor wat onzekerheid en ik wilde als het mogelijk was een nieuwe stap maken in mijn ontwikkeling.”

Die nieuwe stap wordt dan SC Cambuur. Een club die in de volksmond de Slapende Reus wordt genoemd. Al jarenlang deelnemer aan de play-offs, maar de club weet telkens het laatste stapje niet te zetten. Wanneer Nienhuis begint in Leeuwarden, raakt hij in de voorbereiding geblesseerd. De doelman verliest de concurrentiestrijd met collega Dennis Telgenkamp en lijkt een lastig seizoen tegemoet te gaan. “Ik baalde ervan, maar ben er wel voor blijven vechten”, blikt Nienhuis terug. “Iedere dag op de training alles geven, om de trainer toch te laten zien dat je er alles voor over hebt.” De ommekeer komt echter pas na het ontslag van trainer Arts. Zijn assistent Henk de Jong neemt het over en doet iets wat niet gebruikelijk is in het voetbal. Hij passeert eerste doelman Telgenkamp ten faveure van Nienhuis. “Soms moet je een beetje geluk hebben. Henk koos voor mij omdat ik volgens hem goed ben in de coaching en gif breng in de goal. De eerste wedstrijd verloren we nog, maar de wedstrijden daarop wonnen we allemaal.”

Geen vedettegedrag

Het gevolg was een waar volksfeest. In Rotterdam werd SC Cambuur kampioen van de Jupiler League en keerde na dertien jaar terug in de Eredivisie. Heel Oldehove stond tijdens de huldiging vol met uitgelaten supporters. Typerend voor de club. Het is ook de sfeer waarbij Nienhuis zich thuisvoelt. “Het is een echte volksclub met allemaal nuchtere jongens in het veld die ervoor willen gaan. Hier passen ook geen spelers met vedettegedrag, die zetten we dan direct even op hun plaats. De club let er zelf ook op en wil alleen maar nuchtere spelers met gezonde ambitie aan zich binden. Ik vind dat juist mooi. Cambuur is een club die bij mij past.”

In de Eredivisie krijgt de ploeg het advies van de nieuwe trainer Dwight Lodeweges om vrijuit te voetballen. De uiteindelijke opdracht is handhaving. Hoe maakt niet uit, als er volgend seizoen maar geen wedstrijden als FC Oss-uit op het programma staan. “Rechtstreeks of via de nacompetitie, het is ons om het even. We moeten er gewoon in blijven. Misschien is via nacompetitie wel mooier, dan is het feest nog groter”, lacht Nienhuis. “We hebben het voordeel van onze aanhang. Ze zijn kritisch als het slecht is, maar dat hoort in mijn ogen ook zo. In thuiswedstrijden zijn ze echt onze twaalfde man, ze slepen ons er soms echt doorheen. Ploegen komen niet met het idee naar Leeuwarden dat ze daar even de punten zullen ophalen.”

De nuchtere Nienhuis voelt zich dus thuis in Leeuwarden. Voorlopig zit hij goed op zijn plek. “Dit is mijn eerste seizoen in de Eredivisie en juist door het spelen van wedstrijden op dit niveau leer je situaties in het veld steeds beter herkennen. Wat er hierna komt? Ik heb geen idee, ik voel me hier goed. FC Groningen? Dat blijft natuurlijk een speciale club. Nogmaals, ik wil me vooral ontwikkelen als keeper en ben al blij wat ik nu heb bereikt. Keepen in de Eredivisie, niet slecht toch voor een nuchter boertje?”

Martijn Folkers

|

UIT DE KRANT

Lees ook